LEGAL 100

Sebastiaan van Dam - advocaat VANEPS

-

Sebastiaan van Dam - advocaat VANEPS -

Geen straf bij slecht gedrag

Gerechtshof Amsterdam (OK) 3 september 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3222

In deze door aandeelhouder Arros tegen haar medeaandeelhouders en de vennootschap ingestelde uittredingsprocedure oordeelt de Ondernemingskamer dat Arros recht heeft op uittreding. De verstoorde verhoudingen binnen de vennootschap, waarbij de belangen van Arros worden geschaad, rechtvaardigen deze uittreding. Het mogelijke onrechtmatige handelen van Arros, door onder andere onrechtmatig met de vennootschap te concurreren, staat niet in de weg aan het toekennen van dit recht.

Voor de toewijzing van een uittredingsvordering is het niet vereist dat bijkomende zwaarwegende omstandigheden, zwaarwegende gronden of verwijtbaarheid van medeaandeelhouders worden aangetoond.

In dit arrest schept de Ondernemingskamer (eindelijk) duidelijkheid ten aanzien van de vraag die menig jurist, waaronder ondergetekende, tot dan toe bezig hield en door de (voornamelijk lagere) rechtspraak wisselend werd beantwoord: wat is de toetsingsmaatstaf voor een uittredingsvordering ex art. 2:343 BW? Of makkelijker gezegd: wanneer mag een aandeelhouder uittreden?

De kracht van deze uitspraak ligt in de eenvoud. De maatstaf voor een uittredingsvordering is namelijk of de uittredende aandeelhouder door gedragingen van één of meer medeaandeelhouders zodanig in zijn rechten of belangen is geschaad, dat voortzetting van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer van hem kan worden gevergd.

Met andere woorden: er zijn geen serieuze of bijzondere omstandigheden vereist, enkel de beoordeling of het redelijk is dat de eisende partij aandeelhouder kan of moet uitreden.

De geschillenregeling uit afdeling 1 van titel 8 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek blijft de geëigende procedure om gebrouilleerde aandeelhouders definitief van elkaar te laten scheiden. De voor uittreding vereiste 'redelijkheid' vergt echter geen bijzonder zware maatstaf, en (eigen schuld-)verwijten aan het adres van de uittredende aandeelhouder dienen te worden afgewezen. Op 1 januari 2025 treedt de Wagevoe in werking, waarmee de geschillenregelingsprocedure voortaan in één feitelijke instantie zal worden gevoerd bij de Ondernemingskamer. Hoewel de geschillenregeling tot nu toe niet bijzonder geliefd is, verwacht ik hierdoor toch een toename van het aantal procedures.