LEGAL 100

“Houd uw jurisprudentie bij. Kijk in de wet.”

Petra de Bruin - kortgedingrechter Rechtbank Rotterdam

-

Petra de Bruin - kortgedingrechter Rechtbank Rotterdam -

En zo was en is het

Hoge Raad 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:499 en 503

Op 31 maart 2023 verschenen twee samenhangende uitspraken van de Hoge Raad. In beide zaken worden belangrijke rechtsregels over het kort geding geformuleerd. Daarnaast herhaalt de Hoge Raad dat in kort geding geen plaats is voor een verklaring voor recht en dat een deelgenoot in kort geding kan worden veroordeeld om mee te werken aan de verkoop en levering van een tot een gemeenschap behorend goed.

Van alle kortgedingzaken bereiken er weinig de Hoge Raad. Soms worden dan nieuwe rechtsvragen voorgelegd en soms is de uitspraak van de Hoge Raad vooral een herhaling van eerder geformuleerde regels met verwijzing naar de vindplaats daarvan. Deze beslissingen zijn ten eerste relevant omdat de Hoge Raad voor het kort geding belangrijke wettelijke en jurisprudentiële regels opsomt (herhaalt). Dat in kort geding geen plaats is voor een verklaring voor recht en dat de onomkeerbaarheid van de gevolgen ervan niet in de weg staat aan het treffen van een voorziening, is voor kortgedingrechters gesneden koek. Dat is het niet altijd voor advocaten gelet op declaratoire vorderingen en verweren als “de gevorderde voorziening is onomkeerbaar en moet daarom

worden afgewezen” die regelmatig worden ingesteld respectievelijk gevoerd. De relevantie ligt ten tweede in de gevolgen van de eerste beslissing voor de dagelijkse kortgedingpraktijk. Daarin zie je veel dat een ex-partner de verdeling (van de woning) jaren kan frustreren. Een voordeling in kort geding biedt dan snel uitkomst, die hoogstzelden anders is dan in een, langdurige, bodemprocedure. De Hoge Raad bevestigt dat dit kan, casuïstische uitzonderingen daargelaten, nadat de gerechtshoven Den Haag en Den Bosch deze weg hadden afgesloten met een van een arrest uit 2002 afwijkende lijn, welke lijn (veelal) werd genegeerd door voorzieningenrechters in Rotterdam en Den Haag. Daarmee voorziet de Hoge Raad in een maatschappelijke behoefte.

“Houd uw jurisprudentie bij. Kijk in de wet.”