LEGAL 100

Charlotte Gerritsen - directeur Meijburg & Co

-

Charlotte Gerritsen - directeur Meijburg & Co -

Gemeenschap op het sterfbed geen fraus legis

Hoge Raad 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:239

Op 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad een richtlijn gegeven over de gevolgen voor de erf- en schenkbelasting van het aangaan van huwelijkse voorwaarden waarbij echtgenoten tot ongelijke delen (90%/10%) gerechtigd worden tot de huwelijksgemeenschap. Slechts in uitzonderlijke situaties is sprake van fraus legis.

Een man en vrouw hadden reeds 33 jaar een affectieve relatie toen zij in 2015 in wettelijke gemeenschap trouwden waarin ieder voor was 50% gerechtigd. Op 19 oktober 2017, toen de man al ernstig ziek was, zijn de echtgenoten huwelijkse voorwaarden aangegaan. Daarbij is afgesproken dat de man gerechtigd wordt tot 10% van de gemeenschap en de vrouw tot 90%. Begin december 2017 is de man overleden. De echtgenote was de enige erfgename. De inspecteur legt een aanslag erfbelasting op van 50% van de huwelijksgoederengemeenschap.

Ons hoogste rechtscollege besliste dat geen sprake was van een schenking omdat er nog geen sprake was van een eenzijdige voltooide vermogensverschuiving van de ene echtgenoot naar de andere echtgenoot. Daarnaast gaf de Hoge Raad richtlijnen dat in uitzonderlijke situaties sprake kan zijn van fraus legis, te weten:
• het ontgaan van erfbelasting is het doorslaggevende motief geweest voor het aangaan van de huwelijkse voorwaarden (motiefvereiste); en • indien op het moment van aangaan/wijzigen van de huwelijkse voorwaarden zo goed als zeker is dat de voor het kleinste gerechtigde echtgenoot (10%-gerechtigde), eerder zal overlijden dan de voor het grootste gerechtigde echtgenoot (90%-gerechtigde) EN waardoor zich een vermogensverschuiving zal voordoen. De wijziging in de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap kan dan geen andere praktische betekenis hebben dan het vermijden van erfbelasting (doel- en strekkingvereiste).

De inspecteur had volgens de Hoge Raad niet voldoende onderbouwd dat het zo goed als zeker was dat de man eerder zou komen te overlijden dan de vrouw. Vervolgens besliste de Hoge Raad ook nog dat de ficties opgenomen in art. 11 lid 2 en 4 SW niet van toepassing waren.

De Hoge Raad heeft met dit arrest een oordeel en duidelijker kader heeft gegeven over een kwestie die de gemoederen lang bezighield en zeer waardevol is voor onze praktijk.

Tips & Tricks:
• Via huwelijkse voorwaarden zaken bij overlijden regelen kan - behoudens fiscaal interessant - ook aantrekkelijk zijn ten opzichte van een testament dat eenzijdig kan worden herroepen;
• Houd bij het besparen van erfbelasting ook het overlijden van de langstlevende in het oog;
• Denk bij het opstellen van een testament en huwelijkse voorwaarden tevens aan de werking van de bedrijfsopvolgingsregelingen;
• Vergeet niet bij legaten van aandelen de aanmerkelijk belang claim;
• Echter, de fiscaliteit is zelden leidend, de persoonlijke wensen en voorkeuren staan voorop!