LEGAL 100

Bart Fleuren - counsel Linklaters LLP, advocaat Hoge Raad

-

Bart Fleuren - counsel Linklaters LLP, advocaat Hoge Raad -

De Hoge Raad geeft mediation een steun(tje) in de rug

Hoge Raad 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1078

Civiele procedures kunnen om uiteenlopende redenen lang duren en kostbaar zijn. Het is de vraag of geschillen niet veel sneller kunnen worden opgelost, zonder dat daarmee het gerechtelijke apparaat wordt belast. Arbitrage is in Nederland terecht zeer populair en ook van bindend advies wordt veel gebruik gemaakt. Voor mediation is dat minder geval, mede nu een goede wettelijke basis voor mediation ontbreekt.

De Hoge Raad oordeelde in 2006 in een zaak tussen particulieren dat een afspraak om mediation te beproeven, niet afdwingbaar was mede gelet op de aard van het middel van mediation. 1 Deze uitspraak leidde tot veel discussie. Betekent dit dat een afspraak om te proberen om een geschil eerst via mediation op te lossen, niet kan worden afgedwongen? En geldt dat ook tussen professionele partijen?

Het hof Den Haag oordeelde in 2022 aldus: een afspraak tussen professionele partijen om vóór arbitrage eerst mediation te beproeven, was niet afdwingbaar. Samen met advocaten Gerard Meijer, Onno Hennis en team heb ik de kwestie als proefprocedure voorgelegd aan de Hoge Raad om te bezien hoe de Hoge Raad tegen de afdwingbaarheid van mediationclausules aankijkt.

Daarbij hebben wij dankzij de input van kantoorgenoten in andere jurisdicties, ook steun ontleend aan buitenlands recht.

Wij waren zeer blij verrast met een mooie conclusie van AG De Bock, die het eens was met de door het middel verdedigde rechtsopvatting en zelfs nog verder ging: ook tussen particulieren kan een verplichting om mediation te beproeven afdwingbaar zijn. De Hoge Raad ging hierin (gedeeltelijk) mee en wees een richtinggevend arrest, ook al vernietigde de Hoge Raad het arrest van het Hof Den Haag niet.

De Hoge Raad overwoog dat een verplichting om mediation te beproeven afdwingbaar kan zijn. Dit is een kwestie van Haviltexen. Een mediationclausule kan een niet-verplichtend karakter hebben. Ook is mogelijk dat een mediationclausule partijen verplicht mediation te beproeven voordat zij in rechte (of in arbitrage) een procedure aanhangig maken.

Het karakter van mediation staat daaraan niet in de weg. Als een mediationclausule inhoudt dat partijen verplicht zijn mediation te beproeven voordat zij in rechte (of in arbitrage) een procedure aanhangig maken en een partij die verplichting schendt, kan de rechter (of arbiter) op verzoek van de andere partij de behandeling van de zaak aanhouden om partijen de gelegenheid te geven hun verplichtingen uit hoofde van de mediationclausule alsnog na te komen. Hij is daartoe niet verplicht. De rechter of arbiter kan beslissen dat de behandeling van de zaak niet wordt aangehouden, bijvoorbeeld omdat de zaak daarvoor te spoedeisend is of omdat het zinloos is om mediation te beproeven.

De Hoge Raad heeft hiermee in mijn ogen een steun in de rug gegeven aan mediation, ook al hebben rechters en arbiters in het systeem van de Hoge Raad veel discretie. In sommige landen is het niet naleven van een mediationverplichting zelfs een reden om de eiser in een procedure nietontvankelijk te verklaren. In Nederland ontbreekt daarvoor de nodige wettelijke grondslag. Het is dan ook aan rechters en arbiters om te beslissen, of een procedure moet worden geschorst om daadwerkelijk mediation te beproeven indien de tussen partijen gesloten overeenkomst hen daartoe verplicht.

Ook heeft de uitspraak van de Hoge Raad in mijn ogen het onderwerp en daarmee de vraag naar een wettelijke regeling weer op de agenda gezet. Mediation kan, net als arbitrage en bindend advies, een manier zijn om geschillen buiten rechte te beslechten en ervoor te zorgen dat de rechterlijke macht waar dat mogelijk is wordt ontlast, uiteraard zonder daarmee afbreuk te doen aan het recht op toegang tot de rechter.

1. Hoge Raad 20 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU3724, NJ 2006/75.